Tijdens duurtrainingen wordt er gewandeld in een zelfde tempo, dus
zonder onderbrekingen en tempowisselingen.
De genoemde % zijn percentages van de anaėrobe drempel.
De anaėrobe drempel is ongeveer: 80 % (beginners) tot 90 %
(gevorderden) van de maximale hartslag. Voor meer informatie:
Trainen met Hartslagmeter.
De vermelde hartslagen gelden voor een
getrainde wandelaar met een anaėrobe drempel van ±155.
En de daarbij behorende aėrobe hartslag van ±116 (75% van 155).
Voor de opbouw van duurvermogen moet
je de tijd nemen. Pas na enkele weken ga je vooruitgang merken.
De lange rustige duurtraining: 75% en 80%
Hartslag:±116-124.
Lactaat: 1.5 ą 2.5 mmol/l
Duur: beginners: 1 tot 5 uur, gevorderden: 1 tot 10 uur. Hersteltraining: onder de 75%.
Hartslag:±100-124.
Lactaat: 1.5 ą 2 mmol/l.
Duur: beginners: 30 minuten, gevorderden: tot 60 minuten.
Tempo 2
De gemiddelde duurtraining: 85% en 90%
Hartslag:±130-140.
Lactaat: 2.5 ą 3 mmol/l.
Duur: beginners: 45 tot 90 minuten, gevorderden: 60 tot 180
minuten.
Tempo 3
De intensieve duurtraining: 93% en 95%
Alleen geschikt voor de nordic walking wandelaar.
Hartslag:±145-150.
Lactaat: tussen 3.5 en 4.5 mmol/l.
Duur: beginners: niet geschikt, gevorderden: 30 tot 120 minuten.
Effecten duurlooptraining
Tempo 1
De lange rustige duurtraining:
Verbeterd de vetverbranding en koolhydraatverbranding. Toename haarvaatjes in
vooral de langzamere spiervezels. Ook betere hormoonwerking en enzymwerking.
Vergroting van het hartvolume. Door de training van de vetstofwisseling zal het
lichaam eerder en ook bij hogere snelheid kiezen voor vetverbranding dus
besparing van koolhydraten tijdens lange wandelingen. De extra lange duurtraining:
Bovenstaande en bovendien toename glycogeen voorraad door supercompensatie. Hersteltraining:
Versnelde afvoer van afvalstoffen. Heeft echter geen opbouwend effect:
het melkzuurgehalte ligt onder de 2 mmol/l.
Samengevat
Aėrobe uithoudingsvermogen.
Zuurstofopname in de spieren.
Hartvolume.
Stimulering vetverbranding.
Toename glycogeenvoorraad na de extra lange duurtraining door supercompensatie.
Hersteltraining: heeft geen opbouwend effect.
Tempo 2
Verbeterd het aėrobe vermogen,
hart/longen/bloedcirculatie, de energieomzetting van de
koolhydraten naar de spieren, toename van de haarvaatjes in de spieren (kapillarisering) en de enzymwerking,
vooral van de langzamere spiervezels.
Samengevat
Aėrobe uithoudingsvermogen.
Verhoging van de anaėrobe drempel.
Verhoging van de maximale zuurstofopname.
Gewenning tempo.
Tempo 3
Met deze intensiteit zijn we in het grensgebied van de aėroob/anaėroob drempel
bezig. Deze duurtraining verbeteren het aėrobe vermogen en de aėroob/anaėroob
gemengde systemen. De snelle duurtrainingen verbeteren sterk de zuurstofopname.
Vooral de kortere afstanden zorgen voor een verbeterde verdraagzaamheid van de
ontstane verzuring. De iets langere duurtrainingen verbeteren in sterke mate de hoogte
waarmee we van de maximale zuurstofopname gebruik kunnen
maken. Toename glycogeenvoorraad, door supercompensatie.