Opbouwschema na ziekte
Het een en andere is uiteraard ook afhankelijk van hoe ziek je bent
(geweest). Bij geringe ziekteverschijnselen is een week het wat rustiger
aan doen vaak voldoende.
Opbouwschema na ziekte.
Inleidende opmerkingen
-
Bij koorts mag je niet gaan trainen. Het
is ook gevaarlijk: het hart kan ontstoken raken. Je mag pas weer lichtjes (lage intensiteit en korte duur)
gaan trainen als je enkele dagen koortsvrij bent. Houd er ook rekening
mee dat je pas over twee tot vier weken je normale belasting aan kunt.
-
Ook bij griep mag je niet sporten. Griep kan na weken nog z'n sporen achterlaten. Je moet daarom
de training weer geleidelijk opbouwen.
-
Alleen bij een lichte verkoudheid, wat
geïrriteerde keel of wat hoesten kan je wel gewoon doortrainen.
Doe het wel rustiger aan.
-
Pas ook je voeding aan. Omdat je minder
energie verbruikt zal je de verhouding koolhydraten, vetten en
eiwitten moeten aanpassen. Wanneer je ziekt bent zal je een stuk
minder behoefte hebben aan vetten en koolhydraten. Het is verstandig
wat extra vitaminen (bijvoorbeeld vitamine C bij verkoudheid) en
mineralen te nemen. Bij problemen met de stoelgang zal er extra
gedronken moeten worden.
Wanneer weer wandelen?
-
Over het algemeen geldt dat je voor iedere
dag koorts 1 dag rust moet nemen nadat je koortsvrij bent.
-
Wanneer je je weer behoorlijk goed voelt en
enkele dagen koortsvrij bent mag je
weer beginnen met wandelen. Als het toch niet gaat: stop dan gewoon met de
training. Ga je toch wandelen dan duurt het herstel langer.
-
Tijdens de eerste training wandel je een
paar keer vijf minuten in een heel rustig tempo. Tussendoor neem je 2
á 3 minuten rust. Neem geen risico om wat langer te wandelen.
Controleer in de loop van de dag en de volgende ochtend je rustpols.
Volgende trainingen
-
Als de vorige training zonder problemen is
verlopen kan je de volgende trainingen langzaam opvoeren door de
minuten wandelingen langer te maken en/of korter rust te nemen.
Het looptempo blijft nog steeds laag. Luister naar de eventuele
signalen die je lichaam geeft. Controleer in de loop van de dag en de
volgende ochtend je rustpols.
-
In de loop van de weken ga je afhankelijk van het herstel de belasting
opvoeren. De lengte van de minuten wandelingen wordt steeds langer.
Van 10 minuten naar 15 minuten. Van 15 naar 20 en van 20
naar 30. Neem steeds 1 á 3 minuten rust tussendoor. Bouw de totale
wandeltijd geleidelijk op. Wandel ook eens stukjes wat harder. Voor de
duidelijkheid: het is de bedoeling dat je variatie in je trainingen
aanbrengt. Bijvoorbeeld: 10 (2) 15 (3) 10. En wat later: 5 (2) 20 (2)
30 (3) 10. Hierbij is het getal tussenhaakjes rust. Het
tempo mag tijdens deze trainingen nog steeds niet hoog zijn.
-
Blijf het herstel goed in de gaten
houden (niet alleen tijdens de training, maar ook het herstel afloop).
-
Houdt er ook rekening mee wanneer je in
een minder goede conditie bent het herstel langer duurt.
-
Als deze periode goed is verlopen kan je na een goede warming-up eens een minuut
of vijf in een behoorlijk tempo wandelen.
Preventie
-
Gedeeltelijk kan je ziekten voorkomen. Leer daarom te luisteren naar je lichaam en doe wat met eventuele signalen.
-
Dat iemand wel of niet ziek wordt is
onder ander afhankelijk van zijn weerstand. Dit immuunsysteem wordt
beïnvloed door onder andere erfelijkheid, stress, slaap,
hygiëne, ontspanning en voeding. Ook door regelmatig te sporten
verbeter je het immuunsysteem.
-
Als sporter kan je er zelf veel aan doen om niet ziek te worden:
- Blijf uit de buurt van zieken.
- Vermijd handcontact.
- Was vaak je handen met water én genoeg zeep.
- Raak je ogen, neus en mond zo min mogelijk aan.
-
Gemiddeld hebben we vier per jaar last van de gewone
verkoudheid. Als je daar (veel) vaker last van hebt kan dat betekenen
dat je trainingsbelasting te zwaar is.
-
Bij erg koud weer kan je het beste een muts dragen. Veel energie (ongeveer
40%) verlies je via je hoofd. Als het bijzonder koud is kan
lichaamsdelen (lippen, gezicht, handen etc) invetten met vaseline.
-
Vraag van je lichaam niet meer (lichamelijk en/of geestelijk) dan het aankan. Zorg voor
een geleidelijke trainingsopbouw en dat je prive- en werk
omstandigheden in evenwicht zijn met de trainingsbelasting. Voor meer
informatie: Overtraindheid.
-
Controleer regelmatig je rustpols. Een verhoogde rustpols
van enkele dagen is een slecht teken. Het betekent meestal onvoldoende
herstel of aanwijzingen voor opkomende verkoudheid, griep of infectie.
Doe het wel een stuk rustiger aan.